donderdag 15 mei 2008

Lolsmurf

Ik weet dat het gaat regenen.
Ja tuurlijk gaat het regenen.
Dat weet iedereen die zich via Frank of Sabine weet te informeren. Of via pagina 300 en diens vriendjes 301 het 24 urenpraatje en 302 de volgende dagen.
Maar het gaat niet regenen.
Neen, het gaat niet regenen voor het moment waarop ik mijn deur uitga.
En ik ga mijn deur uitgaan want ik voel dat ik hier niet kan blijven zitten.
Mijn kont is daar niet voor gemaakt. Mijn systeem ook niet.
De vraag is waar naartoe. Het feit indachtig dat sommige mensen nog wel het een ent ander te doen hebben op dagen als vandaag.
Ik niet, ik heb beslist van niet. Ik kan niets doen. Slechts lol maken.
Ik wil en ga nu op zoek naar een lolvriend. Als dat niet of slechts gedeeltelijk slaagt, dan gaat ge mij daar niet meer op horen terugkomen. Maar natuurlijk hoop ik weer van ganserharte dat het avontuur op een steenworp ligt.

edit: en natuurlijk vond ik wel een lolvriend aan wiens bel ik regelmatig hang. Om die bel niet verder te overbelasten besloten we om samen te gaan hangen op het Ladeuze. Met een vriend met mijn fiets in de hand, kom ik door de ganse stad.

dinsdag 6 mei 2008

I want to ride my...


Ik stond op het punt aan haar te vragen of ze toevallig geen zin had om een stukje mee te zappen. Maar dat bleef gelukkig onuitgesproken, stokken werden in de tv-plan-wielen gestoken en ik stelde voor dat we op avontuur zouden vertrekken. Beste E. werd aan de haak geslagen.





We zouden met de fiets naar het Zoet Water gaan, ook al wist ik dat niet op mijn duimpje liggen en werd er een mappy-zoekverbod opgelegd.
Het avontuur lonkte. Het plan van een wijnpicknickje werd omgegooid naar een we-zullen-afsluiten-met-een-terrasje-plan.

Reeds eerder had ik in mijn ideeën bedacht dat ik er eens een missie van zou moeten maken al mijn studentenvrienden die niet in Leuven geboren of getogen zijn eens kennis te laten maken met een aantal van mijn nostalgische plekjes. Stap 1: Zoet Water.

Onderweg speelde ik glansrijk de rol van gids, met wat siteseeing door het Arenbergpark kwamen immers al gauw de verhalen van 'hier gaf ik de eendjes vroeger eten samen met mijn opa' naar boven. Even verderop benoemde ik de ingenieursbibliotheek in drie talen. En we gingen richting Oud-Heverlee, telkens gretig op zoek naar de aanwijzingsbordjes om elke hoek. Voor de finish bereikt werd, hadden we elk al een aantal chique villa's gekozen waar we zouden gaan wonen eenmaal we stinkend rijk zouden worden/trouwen. We volgden het pad dat fietsen weert, af en toe onderbroken door een elegant manoeuvre langs de wering.


Al dit avontuur bracht mezelf en E. in een aparte stemming, één die alleen wij tweeën lijken te kunnen bereiken met z'n tweetjes. Dezelfde golflengte werd hierdoor omgezet in eenzelfde toonbalk. De in mijn gedachten vaker voorkomende idee dat ik plots in een soort van musical zou belanden in het midden van de openbare weg werd eindelijk, na al die jaren, omgezet in een melodieuze praktijk. Wij componeerden natuurlijk onze eigen melodieën en teksten, zoals het echte kleinkunstenaars betaamt. In een woord verrukkelijk!

'Ik zit u op de hielen, ik hang al in uw wielen. Uw achterste spatbord gaat eraan,... lalalala lalaaa'

Afsluiten deden we in de Blauwe Schuit, de ideale locatie voor een aantal hilarische oneliners, vooral met betrekking tot mannen en bierviltjes....